Monday, June 22, 2009

Eerste korte verhaal gepubliceerd

Op de website www.deoptimist.net kun je sinds vandaag mijn eerste korte verhaal lezen. Ik ben erg blij dat Mirjam en Henk het de moeite waard vonden om te publiceren. Waarvoor dank. Daarnaast ben ik ook nog eens erg te spreken over de illustratie van Kate Harreveld.

Lees en bekijk het hier.

Saturday, September 27, 2008

Rock & Roll is dead

In 1996 (opa vertelt) kocht ik na een redelijk goede recensie in het blad Aardschok de plaat Supershitty to the max! van The Hellacopters. Voor mij trok vooral ex-Entombed drummer Nicke Andersson de aandacht. Nou, met de death metal van Entombed had dit weinig te maken. Raggende Rock & Roll waarbij alles wat kan oversturen, dat ook gewoon doet.

Ik haakte pas in 2000 eigenlijk pas weer opnieuw aan bij The Hellacopters trein toen de plaat High visibility verscheen. Wat ze daar tussen deden kon me op dat moment niet veel interesseren. High visibility benadrukte dat deze band voor de liefhebbers van ronkende gitaren gewoon niet te negeren viel. Gek genoeg is het rustigste nummer op de plaat mijn favoriet. Al kan ik het tegenwoordig nog maar slecht horen, omdat het jaren mijn ringtone is geweest. Dom, dom….

Waar ik naar toe wil? Naar morgenavond. Dan staan de heren namelijk in het kader van hun afscheidstour in Tivoli in mijn Utrecht. Nu keek ik dit jaar eigenlijk veel meer uit naar Face To Face, maar dat wil niet zeggen dat ik stiekem een beetje zenuwachtig ben voor morgen. Voor mij de eerste en de laatste keer The Hellacopters zien rocken!

Morgen (of maandag) meer! 

Monday, June 16, 2008

Lauwe koffie

(Disclaimer: Dit is de versie zoals ik hem instuurde voor Utrecht over Utrecht. Een korte versie stond al eerder op dit blog.)

Als ik aanbel, zie ik dat de huizen van de buren er onder, boven en naast al leeg zijn. Over twee weken begint de sloop. Ik hoor een zoem en duw de deur open.

In het trappenhuis staat alleen zijn Gazelle Tour de France. Al klinkt het zo, het is geen racefiets. Hij heeft er wel zo’n ligstuur op gemaakt, maar dat is meer voor het gemak dan om er mee te racen.

Onder mijn voeten knarst de trap. Op de treden ligt opgedroogde modder. Hij is vast weer wezen vissen. De Loosdrechtse Plassen ben je zo, zelfs met dat stuur.

Eenmaal boven komt verse koffie op me af gedreven. Daar meteen achteraan de geur van zijn net wakkere lijf en de kater die hij bij zich draagt. Het is weer laat geworden.

Hij moet soms ook wel eens ‘s nachts werken. Dan vraagt hij of ik hem rond 01.00 een sms wil sturen. Gewoon als afleiding. Het ligt hem niet zo, die nachtdiensten.

Ik sta te rillen op de overloop. Enkel glas en in het hele huis maar een kachel. Die staat in de woonkamer. Er liggen daar ook twee matrassen op de grond. In de slaapkamer is het nu te koud. Het beddengoed ziet er uit of hij er al twee maanden op slaapt en het ooit wel eens wit is geweest.

We sjouwen de matrassen naar de slaapkamer en gooien ze op de pallets die afgelopen lente en in de vroege herfst dienst hebben gedaan als bed. Alles ligt nu op een grote hoop. Ik vraag me af wat de tv nog op die kamer doet. In de woonkamer staat er geen.

Het raam in de woonkamer zorgt voor meer licht dan de lamp. In de verte kan je de Dom zien staan. In de vroege schemering lijkt het wel een zoutpilaar die het heeft gewaagd achterom te kijken.

Ik pak een stoel en ga zitten. Hij schenkt de koffie in en zet hem met een klap voor me op tafel neer. Er zitten brandplekken op de tafel. Vooral rond de bak met planten. Er ligt een grote hoop as in en wat uitgedrukte peuken. De asbak zit vol met bonnetjes van de supermarkt. Brood en hagelslag. Wijn en bier. Koffie en suiker.

In mijn mok staat inmiddels een plastic lepeltje. In de keuken haal ik suiker en roer het door de koffie. Ik neem een slok. Gadver, lauw.

“Het gaat niet zo goed met me,” zegt hij met een ernstig gezicht. De groeven in zijn voorhoofd worden dikker. Zijn blonde haar lijkt uit te dunnen. Hij vertelt dat zijn baas hem niet meer hoeft te zien en dat hij Anne mist. Ik vertel niet dat ze mij heeft langs gestuurd om te kijken hoe het met hem gaat.

Ik probeer hem op te beuren door te vertellen dat ze nog naar hem heeft gevraagd. Dat tovert even een glimlach op zijn gezicht. Maar niet lang. Hij zucht en neemt een slok koffie. Lauwe koffie ligt hem blijkbaar beter.

Voorzichtig vraag ik of we nog naar het Julianapark gaan. Hoewel het geen weer is om te picknicken, heb ik zoals afgesproken broodjes meegenomen. Hij knijpt zijn lippen bij elkaar en knikt moeizaam dat het okay is.

“Drink jij je koffie niet op?” vraagt hij. Ik antwoord dat ik niet van lauwe koffie houd. Hij begint een verhaal op te hangen over een loden pijp en te warme koffie. Als hij is uitgeraasd zet ik onze bekers in de keuken. We pakken onze jassen.

Omdat hij geen OV-kaart meer heeft en ik geen fiets, gaan we lopen. Op de hoek van de Marnixlaan en de Amsterdamsestraatweg valt zijn oog op de etalage met grafstenen aan de andere kant van de straat. Hij blijft even staan, maar loopt door zonder wat te zeggen.

Als we het park in lopen vraagt hij wat voor grafsteen ik zou willen. Ik haal mijn schouders op en zeg dat ik daar nog nooit over na heb gedacht. “Je komt hier bijna elke dag langs en je hebt er nog nooit over na gedacht?” Ik benadruk dat ik het echt niet weet.

“Ik wil een witte. Het liefst in de vorm van een veer die naar links krult. Anne moet er dan eentje die er rechts naast staat en naar rechts krult.” Het is pas twee weken uit met Anne.

Nog geen week later word ik door zijn moeder gebeld.

Sunday, May 11, 2008

Na acht jaar wachten....

Zo'n acht jaar geleden waren mijn makker Ronald en ik in alle staten. Face To Face kwam naar Nederland! Als voorprogramma van No Use For A Name, maar die band was niet eens bijzaak, ze deden er gewoon niet toe. Face To Face was alles dat telde.
Hoe groot was de deceptie toen de band de tour afblies? Traumatiserend. Ik meen me nog te herinneren dat het iets met de platenmaatschappij was. NUFAN kwam als vanzelfsprekend nog wel. Het kaartje dat we al gekocht hadden, ligt nog ergens ongebruikt in een la van m'n kast.
In 2003 ging Face To Face uit elkaar en de kans om ze ooit nog eens te zien, leek verkeken. Vrienden gingen zelfs nog naar New York om ze dan daar voor een laatste keer te zien. Dat zat er voor mij niet in.
Toen vorig jaar de berichten binnen sijpelden dat ze weer wat shows in de Verenigde Staten zouden spelen ging mijn hart al sneller kloppen. En jawel, Face To Face werd wat later aangekondigd voor de zaterdag van het Vlaamse festival Groezrock!!!
Daar moest en zou ik bij zijn. Sommige van mijn klasgenoten waren nog niet eens van de basisschool toen ik al een schaafwond op m'n ziel opliep door het afzeggen van die Face To Face tour. Dit zou alles in een klap goed kunnen maken....



Zaterdag tien mei rond half negen in de avond is het dan eindelijk zo ver. Voor de mainstage van Groezrock verzamelt zich een berg zenuwachtige mannen, vrouwen, vaders, moeders, jongetjes en meisjes. Sommigen wachten al sinds de laatste Europese tour van de band op dit concert. Dan hebben we het over twaalf jaar van lang, lang wachten.
Vanaf de eerste tonen is het kippenvel over mijn hele lijf en uit volle borst meezingen. Op een bepaald moment denk ik zelfs dat ik emotioneel word. Zo vreselijk goed is het. Je ziet een paar ventjes rond zich heen kijken alsof we gek zijn geworden. "Wat gebeurt hier?!" De band speelt strak, het geluid is goed, de setlist nagenoeg perfect en de sfeer optimaal.
Als de set vordert en ik even om me heen kijk, zie ik alleen maar lachende gezichten. Makkers die richting het podium staan te staren alsof ze het niet kunnen geloven. Wat een belachelijk goede show!
Het is te hopen dat ze er niet weer twaalf jaar over doen om naar Europa te komen. Eigenlijk is elk woord dat ik hier neergekwakt heb niet voldoende om over te brengen hoe ontzettend gaaf het was.

Thursday, February 28, 2008

Lauwe koffie

Toen ik aanbelde, zag ik dat de huizen van de buren er onder, boven en naast al leeg waren. Sloopwoningen. Ik hoorde een zoem en duwde de deur open. In het trappenhuis stond alleen zijn Gazelle Tour de France. Al klinkt het zo, het was geen racefiets. Hij had er wel zo’n ligstuur op gemaakt. Maar dat was meer voor het gemak dan om er mee te racen.

Onder mijn voeten knarste de trap. Op de treden lag opgedroogde modder. Hij was vast weer wezen vissen. Eenmaal boven kwam verse koffie op me af gedreven. Daar meteen achteraan kwam de geur van zijn net wakkere lijf en de kater die hij bij zich droeg.

Ik stond te trillen op de overloop. Enkel glas en in het hele huis maar een kachel. Die stond in de woonkamer. Er lagen daar ook twee matrassen op de grond. In de slaapkamer was het nu te koud. Het beddengoed zag er uit of hij er al twee maanden op sliep en het ooit wel eens wit was geweest.

We sjouwden de matrassen naar de slaapkamer en gooiden ze op de pallets die afgelopen lente en in de vroege herfst dienst hadden gedaan als bed en lattenbodem in een. Alles lag nu op een grote hoop. Ik vroeg me af wat de tv nog op die kamer deed. In de woonkamer stond er geen.

Ik pakte een stoel en ging zitten. Hij schonk de koffie in en zette hem voor me op tafel neer. Er zaten brandplekken op de tafel. Vooral rond de bak met planten. In de bak lag een grote hoop as en wat uitgedrukte peuken. In de asbak zaten bonnetjes van de supermarkt. Brood en hagelslag. Wijn en bier. Koffie en suiker.

In mijn mok stond inmiddels een plastic lepeltje. In de keuken haalde ik suiker en roerde het door de koffie. Ik nam een slok. Gadver, lauw.

“Het gaat niet zo goed met me,” zei hij met een ernstig gezicht.

Wednesday, November 21, 2007

You could've had everything

Yesterday I was walking to the police station to file my missing ID-card. I still don’t have a new bike, so I had to walk there. Face To Face was playing on my headphones. I put on the album Reactionary. That’s still my favorite Face To Face record. It reminds of some relationships that broke up and the shitty years that followed. Not just because of the relationships, but just because I really began to fuck up a few things.

Walking through Utrecht, a little bit of rain coming down, cold wind in my face and listening to Face To Face…. I suddenly became immensely melancholic. I watched the leaves fall from the trees, being blown out on the streets, raindrops covering my glasses like tears and chills went up and down my spine because of the wind and the way too short jacket I was wearing.

But most of all it was the music that reminded me of a time I thought I was living my life to the fullest. Partying and stuff…. But at the same time I made a few mistakes that I now not so much regret, but I would sure as hell do things differently. Songs like “You could’ve had everything” or “Best defense” sound like they sounded like eight years ago. I have changed though. And I like that.

Music always gets me in a certain mood. Wether it is killing someone, loving someone, getting my shit back together, just chill, remembering good times or remembering bad times. It’s like fuel for a day of hard work. But most of all it’s a soundtrack to a certain mood or period of my life.

When I play Guns N’ Roses I’m soloing on my air-guitar in my old room. Type-O-Negative reminds me of drinking beer and smoking cigarettes by candlelight in Andreas’ attic. Backfire! makes me shove empty beer cans out of the car at 100 m/ph. Maximum Penalty makes me listen to the first mix tape I made for what was soon to be my first girlfriend and Face To Face sometimes reminds me of a time my world was fuzzy and insecure.

Today I’ll settle with Guns N’ Roses. Hell yeah!

Tuesday, October 16, 2007

Interview with Johan Prenger (Reflections Records)

I'm sorry, but I don't feel like translating this one. So only for the Dutch readers:

Dit is een interview wat ik voor school moest houden. Ik zit op de School voor Journalistiek in Utrecht. Het interview maakt deel uit van de slotopdracht voor het vak Interviewen II. Geinterviewde is Johan Prenger van Reflections Records (www.reflectionsrecords.com). Het interview vond plaats op 15 oktober 2007 in Arnhem in het kantoor van het label.

“Ik maak me nog steeds boos over dingen.”

Johan Prenger over het gevoel van hardcore en punk.

In 1994 verscheen het eerste Reflections Magazine. Door de jaren heen werd het fanzine belangrijker en groter. Ook gingen ze platen uitgeven en Reflections Records was geboren. Een van de drijvende krachten achter het label is oprichter en eigenaar Johan Prenger (37). Vanuit het kantoor in Arnhem geeft het label hardcore en punk platen uit die aftrek vinden over de hele wereld. Het fanzine is inmiddels door de groei van het label naar de achtergrond verdwenen.

Vroeger waren fanzines veel belangrijker. Nu niet meer. Tegenwoordig heb je internet. In ‘94 bestond dat nog maar pas en was je voor alles afhankelijk van de fanzines die je kocht. Het was je bron van informatie voor bands, reviews en politieke ideeën. Nu heb je e-zines en fora. Het belang is er niet meer. Ik vind het nog wel leuk als mensen het doen. Meestal is het zo dat ik het snel door lees en dat is het. Fanzines van nu hebben ook niet meer de inhoud van vroeger.

Was politiek vroeger belangrijker?

Ja, veel belangrijker zelfs.

Ook in de jaren ’90?

Ja, natuurlijk. Toen had je dat hele vegan straight edge gebeuren met alles wat daar bij kwam. Dat is nu allemaal niet meer zo. Er zijn vast nog wel mensen mee bezig. Maar voor het grote deel is dat weg. Politieke bands daar hoor niet zo heel veel meer van. Uiteraard zijn die er zeker nog, maar het lijkt op de achtergrond verdrongen te zijn, en meer ‘alsof het zo hoort’ dan dat bands daadwerkelijk betrokken zijn....

Hoe belangrijk was dat voor jou in muziek?

Ik moet zeggen dat het voor mij toen ook veel belangrijker was dan nu. Eind jaren ’80 kwam ik terecht in de punk wereld in Nederland. Die was enorm politiek. Lärm liep op het einde, Seein’ Red begon net. Al die bands waren enorm politiek. Ook de Engelse band als Heresy, Napalm Death en Concrete Sox…. Je had toen de Rara-beweging die tekeer ging tegen apartheid en multinationals. Ik stak geen Shell stations in de brand, maar ik sympathiseerde daar wel mee. Dat is gewoon veranderd. Ook als persoon ben ik twintig jaar verder. Ik was erg zwart wit toen. Nu denk ik veel genuanceerder. Zeker nu het label full time is en je te maken krijgt met belastingen en zo…. Ja, dan verandert je beeld wel.

Hoe merk je dat aan jezelf?

Ik moet eerlijk zeggen. Ik vind het fantastisch als een band politieke ideeën heeft. Zeker als het een jonge band is die hun idealen over politiek en sociale misstanden aan de man brengt. Maar tegelijkertijd heb ik zoiets van: Ik heb het allemaal al een keer gezien. Ik betrap mezelf er op dat ik er zo over denk. Als een band bijvoorbeeld over vegetarisme schrijft…. Nou ja, ik moedig het nu wel aan, omdat je er nauwelijks meer over hoort. Maar een jaar of twee, drie geleden had ik het wel gehoord.

Je mist het niet?

Nee, dat niet. Ik heb zelf m’n standpunt er wel over ingenomen. Ik vind het nog steeds wel belangrijk. Zeker voor jonge mensen van 17 of 18 is het essentieel om over verschillende kanten van politiek te horen.

Is dat het belangrijkste aan hardcore: het overbrengen van verschillende ideeën?

Ik weet niet of dat het belangrijkste is, maar zeker wel een belangrijk onderdeel ja. Ik betreur het wel dat het steeds een minder belangrijk iets lijkt. Ik spreek wel eens mensen van 20 jaar of jonger waarvan ik wel eens denk: Nou toen ik een jaar of 16/17 was, had ik een tering hekel aan jou, met de ideeën die je nu hebt. Ik ben dan nu wel genuanceerder. Toen vond ik dat als iemand niet links was en toch naar hardcore of punk luisterde, dan klopte er iets niet. En ik heb dat nog wel eens een beetje. Ik ben zelf ook wel wat rechtser gaan denken. Maar als je 18 bent, moet je rebels zijn. Als ik hardcore kids hoor die met de VVD of Geert Wilders weg lopen. Ik heb daar moeite mee.

Hoe ben je rechtser gaan denken?

Dat heeft te maken met verhuizen naar de stad. Waar ik vandaan kom, kent iedereen elkaar en kan je je fiets voor de supermarkt gewoon laten staan, zonder dat je hem op slot zet. Er is daar niet zoveel criminaliteit. Arnhem is dan een vrij grote stad. Dan zie je de rottigheid en criminaliteit. De eerste dag ik hier woonde, werd m’n fiets gewoon al gestolen. We zitten hier met Reflections ook in een achterstandswijk. Dat verandert je kijk op dingen toch wel.

Je zei net dat politiek een van de belangrijkste dingen is in hardcore en punk. Wat is het belangrijkste?

Voor hardcore en punk is dat voor mij onafhankelijk denken. Het is toch nog steeds muziek dat voor en door kids gemaakt wordt. Het is nu zo groot geworden dat indie labels bijna major labels zijn. Het is voor mij een alternatief voor de grote muziekindustrie. Het moet kritisch zijn. Mensen moet zich realiseren dat hardcore toch iets anders is dan bijvoorbeeld My Chemical Romance. Dat komt misschien wel uit hardcore, maar heeft er weinig meer mee te maken.

Zijn er bands waar je dat echt nog ziet? Dat opstandige, rebelse….

Ja, absoluut. Dat zit dan wel wat meer in de DIY (do it yourself, AW) scène, hoewel ik dat een verschrikkelijke benaming vindt. Dat zijn mensen die muziek maken omdat ze het moeten van zich zelf. Niet zo zeer omdat ze rockster willen worden, maar het is hun uitlaatklep. Die zijn er absoluut nog.

Zijn dat jongere bands?

Je merkt wel dat dat vaak jongere gastjes zijn ja. Als je ouder bent, moet je toch de rekeningen en de huur betalen en dan denk je toch wat genuanceerder.

Zijn punk en hardcore leeftijd gebonden?

Ik blijf hopen van niet. Maar ik denk dat het in de praktijk wel zo is. Er zijn wel uitzonderingen, maar dat zijn er niet zoveel. Mensen van boven de 30 zie je niet zo bar veel. In Nederland tenminste niet. In Duitsland wel wat meer. Je ziet toch dat als mensen 17 of 18 zijn, dan rollen ze er in en rond de 23 of 26 zijn ze weer verdwenen. Of eerder. Ik denk dat wel met elke muziekstroming is.

Een soort jeugdzonde?

Een zonde wil ik het niet noemen. Het is wat jongeren doen. Je wilt toch bij een groep horen.

Je bent zelf 37. Hoe belangrijk is het dan voor jou?

Pfoe…. Nou ja. Het is mijn alles. Ik moet wel zeggen dat ik niet de hele dag hardcore draai. Dan zou ik gek worden. Het is voor mij de ultieme live muziek. De energie en passie op het podium. Maar ja, m’n hele leven draait erom. Ik ben er de hele dag mee bezig. Ook de community is belangrijk voor mij. Als ik op een show kom, dan voel ik me daar thuis.

Een gevoel dat je thuis bent?

Ja, een beetje wel ja. Ik ken zoveel mensen in punk en hardcore. Ook veel mensen van mijn leeftijd die er ook hun beroep van gemaakt hebben. Het zijn natuurlijk niet allemaal mijn vrienden, maar het zijn natuurlijk wel allemaal goede kennissen. Het is mijn leefwereld.

Je bent full time bezig met Reflections. Heb je nog wel tijd voor andere dingen?

Nee. Eigenlijk niet.

Frustreert dat?

Muziek is mijn alles. Ik ambieer ook geen maatschappelijke carrière of zo. Ik vind het wel jammer dat ik weinig tijd heb om te schilderen. Dat deed ik vroeger vaak. Ik doe wel wat artwork voor bands. Ik zou er eigenlijk meer tijd voor moeten maken. Het was ook niet echt een manier om me te uiten, het fanzine was dat meer. Columns schrijven en zo was voor mij meer een vorm van expressie. Zeker in het begin was het een uitlaatklep voor me. Ik dring m’n mening niet meer zo op. Vroeger deed ik dat veel meer. Toen vond ik nog dat iedereen vegetariër moest zijn of straight edge en links moest denken.

De belangrijkste dingen heb je al gezegd?

Ja, voor mijn gevoel wel. Ik heb het gevoel dat ik dan in herhaling zou vallen. Op een bepaald moment ben je toch wel uitgepreekt.

Met een hele lading nieuwe kids is het niet zo heel erg om in herhaling te vallen….

Nee, dat is ook wel weer zo. Zo af en toe moet ik me dat realiseren. Ik maak me nog steeds boos over dingen. Downloaden bijvoorbeeld. Niet het downloaden op zich, maar meer het gebrek aan respect voor de labels en artiesten. Het is allemaal zo groot geworden. De essentie is een beetje weg. Een grote oorzaak is het gebrek aan passie. Het is zo makkelijk te vinden. Jonge kids weten niet meer waar het vandaan komt. Als ze deze week besluiten om straight edge hardcore kids te worden, dan hebben ze over twee weken alle belangrijke platen van internet af getrokken en hun kamer vol hangen met posters en shirts in de kast liggen. Op internet is alles te vinden. Ze weten alleen niet dat het kids zijn net als hun die het allemaal mogelijk maken. Ze hoeven nergens meer moeite voor te doen, en waarderen het gewoon minder. Vroeger moest je overal voor sparen en tegenwoordig halen ze alles wat hun hartje begeert van internet. Dat is, vind ik, een groot nadeel van internet. Het is soms allemaal te makkelijk.

Heb je dan af en toe niet gevoel: Waar doe ik het allemaal nog voor?

Absoluut. Maar ja, aan de andere kant…. Af en toe krijg je dan mailtjes van kids die bijvoorbeeld het artwork van de releases geweldig vinden of de service van de internetwinkel. En dan denk ik van: Hey, er zijn toch nog mensen die het waarderen. Ook met bijna alle bands die we uit brengen zijn we goede vrienden mee geworden en gebleven. Je krijgt een hoop waardering terug. Daar doe je het allemaal voor.